Bijtjes tellen

In een veld bij Soesterberg noteer ik windkracht, het percentage aan zon, de temperatuur, welke bloemen bloeien en andere gegevens. Het is geen stralende zonnige dag. Daardoor zie ik minder bijen. Kleine roetbijtjes liggen vooral te dutten in gele bloemen, wachtend op beter weer. De bruinsprietwespbij is zeldzaam, maar komt daar wel voor. Het is een koekoeksbij aangezien ze graag haar eitjes deponeert in het nest van een kleine roetbij. Een fraaie pluimvoetbij houdt zich ook rustig op een zacht in de wind wuivende bloem.

Foto's worden groter door erop te klikken.

Het zijn prachtige landschappen waar ik doorheen loop met mijn vriend Jaap. Samen met een begeleider van Naturalis (nationaal onderzoeksinstituut op het gebied van biodiversiteit en museum in Leiden) zijn we aan het werk Het in kaart brengen van de aanwezigheid van bepaalde insecten is een leuk karwei. Als vrijwilliger help ik bij het SPRING project. Het doel is te onderzoeken hoe het gesteld staat met bestuivende insecten. Meerdere Europese landen werken mee aan dit onderzoek. Meer informatie over dit project: Doel en scope van het SPRING project.

Iedereen weet dat bijen en bloemen elkaar nodig hebben. Nectar en pollen zijn voedsel voor bijen. Al etend brengen ze pollen over naar volgende bloemen. Zonder bestuivers geen nieuwe planten en daardoor minder voedsel, ook voor de mens.

Niet alleen bijen bestuiven bloemen. Ook zweefvliegen en vlinders (en wespen) zijn daarbij belangrijk. Ondanks de wind zie ik onder andere langlijfjes, bijvliegen (zweefvliegen), hommels, bruine zandoogjes (vlinder) en een paar kleine vuurvlinders. Bij het volgende bezoek, met warmer weer, verwacht ik meer insecten te treffen. Ik kijk nog eens om me heen naar de groene kruidige velden geflankeerd door boompartijen. Deze bezigheid voelt voor mij als vakantie.

auteur
Lia Koster
laatst gewijzigd op
gepubliceerd op
uri:urn:uuid
7ccf5d1c-71fb-4aa1-a865-3c77768890c7