Gedaanteverwisseling

Van de vlinder weten we: eerst een eitje, dan een rups, die wordt een pop in een zelf gesponnen cocon en daar kruipt een vlinder uit. Dit proces heet een volledige gedaanteverwisseling. Het kan ook anders, een onvolledige gedaanteverwisseling. Simpel gezegd betekent het dat het dier dat uit een ei komt al op het volwassen dier lijkt. Ze worden nimfen genoemd en die kunnen niet vliegen. Hun huid is niet rekbaar, waardoor de groei in fasen verloopt. Nimfen groeien en vervellen vijf (tot tien) keer tot ze geslachtsrijp worden. Ook kan het juveniel er in elk stadium weer anders uitzien.Dit proces kennen onder andere sprinkhanen, libellen, cicaden, plantenluizen en wantsen.

Tijdens wandelingen en ook in de tuin zag ik onvolwassen nakomelingen van de groene schildwants. Ze zagen er ronder uit en deden denken aan kevers. Wantsen zijn echter meestal wat platter. Een belangrijk ander verschil is dat kevers een mond hebben waarmee ze bijten, terwijl wantsen een zuigsnuit hebben. Net als een rietje om vocht mee op te zuigen. Bovendien hebben kevers een volledige gedaanteverwisseling.

Een leeg velletje dat ik vond is daarom niet van een kever, maar van een wants. Moeilijk te zeggen van welke precies. Toch, als ik de nimf en een volwassen (imago heet dat) zuringrandwants naast elkaar zie, zou het vel best van zo’n wants kunnen zijn geweest.

auteur
Lia Koster
laatst gewijzigd op
gepubliceerd op
uri:urn:uuid
e38252dc-c389-4e14-91d7-9f913446fb2b