Koekoek

Wanneer het hoogzomer is, zie ik tronkenbijen in de tuin. Het tronkenbijtje (5-9 mm) is makkelijk herkenbaar. Met haar achterlijf maakt ze snelle wippende bewegingen op een bloem. De meeste andere bijtjes doen dat niet. Zo verzamelt ze stuifmeel aan de gele haren onder haar buik. Het mannetje heeft geen gele haren onder de buik. Hij hoeft geen stuifmeel te vervoeren. Dat is een taak van de vrouwtjes.

In de bijenkast heeft zij meerdere nestgangen gemaakt. Ik fotograaf haar wanneer ze met de afsluiting bezig is. Op het laatst plakt het tronkenbijtje brokjes steen en ander materiaal in de harsachtige wand. Een stevige barrière tegen bijvoorbeeld parasitaire sluipwespen.

Een gewone tubebij zit op een bloem. Ik weet niet of het haar gelukt is een ei te leggen in het nest van een tronkenbij. Ze zorgt namelijk niet zelf voor haar nageslacht. Een tubebij heeft daarom ook geen haren of andere mogelijkheden om stuifmeel te vervoeren naar een nest. Veel bijen hebben een dergelijke broedparasiet, koekoeksbijen worden die genoemd. Een koekoeksbij is gespecialiseerd op één of een klein aantal soorten bijen. Ongeveer 90 van de (min of meer 350) bijensoorten in Nederland is een koekoeksbij.

Nu kun je denken dat de natuur wreed is. Toch maken koekoeksbijen deel uit van een biologisch evenwicht. De aanwezigheid van een koekoeksbij in mijn tuintje wil zeggen dat er een behoorlijke biodiversiteit is. (Bijen zijn vaak kieskeurig wat bloemen betreft. Zijn er de juiste planten, dan kan een bijensoort zich vestigen en daarna pas komen de koekoeksbijen.) Dankzij een rijke verscheidenheid aan leven op onze aardbol kunnen wij mensen goed floreren. Met elkaar zorgen al die verschillende levenvormen voor een natuurlijke balans, voor genoeg voedsel, zuurstof en al dat nodig is opdat wij kunnen bestaan.

auteur
Lia Koster
laatst gewijzigd op
gepubliceerd op
uri:urn:uuid
195733d6-3596-4ee8-95cd-6fc9ea654e80