Seizoensmigranten

Atalanta’s kunnen overwinteren in Nederland, zolang het geen strenge winter is. Het kan heel goed zijn dat de atalanta in de nazomer uit de cocon is gekomen en halverwege oktober naar het zuiden is vertrokken. Net als vogels migreren sommige insecten naar warmere streken. Naast de atalanta zijn de distelvlinder en nog een paar vlinders in staat om weg te trekken.

Een klein zweefvliegje (7-12 mm) dat ik tijdens de zomer veel in de tuin tegenkwam is de snorzweefvlieg. Toen had ik er geen idee van dat dit kleine diertje ook zo’n eind zou kunnen gaan vliegen. Net als de kegelbijvlieg, de witte halvemaanzweefvlieg en de terrasjeskommazweefvlieg gaan sommige zweefvliegen naar bloemrijke plekken en terrasjes in het zuiden. Het zijn seizoensmigranten, die in grote aantallen vele kilometers kunnen vliegen.

Op trektelposten voor vogels worden soms veel insecten waargenomen. Afgelopen eind augustus vlogen tienduizenden heidelibellen langs zo’n post in Zeeland. Het waren voornamelijk bruinrode heidelibellen. Het is geen algemeen verschijnsel en het is niet bekend waarom precies dit gebeurd.

De weggetrokken insecten komen echter niet terug. Het zijn hun nakomelingen die weer (gedeeltelijk) terug vliegen naar Nederland in het voorjaar. Vervolgens zal een deel van deze nieuwe generatie weer naar het zuiden vliegen.

Dank aan Peter Bulsing

auteur
Lia Koster
laatst gewijzigd op
gepubliceerd op
uri:urn:uuid
3b1c5983-1de3-4e3e-8d18-682dc76a6ebc